Amsterdamse poort

De Amsterdamse Poort ( wat vroeger Spaarnwouderpoort heette) is een Haarlemse stadspoort van rond 1400. De poort ligt bij de oude route tussen Amsterdam en Haarlem in . De poort werd vroeger Spaarnwouderpoort genoemd, omdat de weg naar Amsterdam via Spaarnwoude liep. Er waren ook elf andere Haarlemse poorten. De Amsterdamse poort was de enige die nog resteert van de twaalf. Het was ook de eerste Haarlemse poort die in een document werd vermeld. De poort werd gebouwd tijdens de eerste uitbreiding van Haarlem, toen een terrein aan de overzijde van het Spaarne bij de stad werd getrokken en er verderop een nieuwe verdedigingsmuur werd gebouwd.

In geschrifen staan dat een vrouw genaamd “Kenau Hasselaar” Haarlem heeft beschermd tijdens een aanval van Spanje in de Tachtigjarige oorlog met 300 andere vrouwen. Ze stonden op de stadsmuren en ze gingen met brandend stro, kokend water en pek de vijand op afstand houden, zodat ze niet in Haarlem kwamen. Dat gebeurde in 1572.

 De Amsterdamse poort is nu een rijksmonument. De doorgang van de poort  werd verdedigd vanaf torens. Deze torens zijn verbonden met een lagere in de gracht gelegen voorpoort uit de vijftiende eeuw. De tweede poort heeft twee ronde torens. De stadspoort is opgetrokken uit rode baksteen, afgezet met roomwitte stenen.
Het interieur van de Amsterdamse Poort kan niet bezichtigd worden, maar u kunt wel onder de poort doorlopen en de brug oversteken. Aan de andere kant van de poort zit een drukke verkeersweg die naar de hoofdstad gaat. Zonder file kan Amsterdam nu in achttien minuten worden bereikt.